| 28639 |
noodvoederen |
bijvoederen:
bivo.jǝrǝ (L421p Dilsen),
bę̄vujǝrǝ (P176p Sint-Truiden),
bę̄vōjǝrǝ (L414p Houthalen),
bijvoeren:
bi-jvōrǝ (L428p Born, ...
L330p Herten),
bijvoeren (Q002p Hasselt, ...
Q113p Heerlen,
Q009p Maasmechelen,
L416p Opglabbeek),
bęjvȳrǝ (Q177p Millen),
bęjvūrǝ (L215a Wellerlooi),
bīvōrǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L329p Roermond),
noodvoeren:
noodvoeren (Q019p Beek, ...
L371a Geistingen,
K317a Kerkhoven,
L294p Neer,
L210p Venray,
P177p Zepperen),
nu.t˲vōrǝ (L289p Weert),
nuǝt˲vōrǝ (L271p Venlo),
nōtvōrǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
nōǝtvōrǝ (Q015p Stein),
voederen:
vujǝrǝn (Q003p Genk),
voederen met sokkerdeeg:
vujǝrǝn męt sukǝrdēx (P177p Zepperen),
wintervoeren:
wentǝrvōrǝ (Q253p Montzen),
zoetvoeren:
zuǝtvuǝrǝn (K353p Tessenderlo)
|
Het voederen aan het einde van de winter, als de bijen door hun eigen voorraad heen zijn en het nog te koud is om zelf honing te halen. Volgens de informant van L 333 is dit bijvoeren uit den boze en mag het eigenlijk niet voorkomen. [N 63, 110b; Ge 37, 194; monogr.]
II-6
|