e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
boonstaak jongen:   bōēnstaak (Aalst-bij-St.-Truiden), cf. VD s.v. "boonstaak"en s.v. "bonestaak, boonstaak  boenstaok (Heusden), putzwengel:   boonstaak (Kaulille), rijshout, bonenstaak:   baonstaok (Koninksem), benstouk (Kwaadmechelen), beunstoak (Tessenderlo), boanstoak (Nieuwerkerken), boenstaak (Elen, ... ), boenstaok (Gelieren/Bret, ... ), boenstauk (Borlo), boenstoak (Vliermaal), boenstouk (Borgloon), boenstoôk (Kortessem), boenstoək (Aalst-bij-St.-Truiden), boeu̯nstaak (Kozen), boeënstaak (Opitter, ... ), boeənstaak (Hechtel), boeənstek (Kanne), boinstaik (Alken), bonstaak (Kuringen, ... ), bonstaaək (Stevoort), bonstaok (Tongeren), bonstāk (Diepenbeek), boonstaak (Gruitrode, ... ), boonstaok (Eigenbilzen, ... ), boonstoak (Millen, ... ), boonstook (Mopertingen, ... ), boonstouk (Beverst), bounstāk (Wellen), bounstoak (Bilzen, ... ), boënstaak (Kleine-Brogel, ... ), bōnstaak (Achel), boͅənstâk (Oostham), buenstoak (Oostham), buēnstaak (Opglabbeek), bunstaak (Kortessem), buunstaak (Bree), buəŋstaək (Gutshoven), būnstāk (Hasselt), bwənstāk (Hamont), bóonstôok (Tongeren), bönstāk (Neerglabbeek), zwak en mager persoon:   boonstoak (Hoeselt) I-7, III-1-1, III-2-2