e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bruisen al dansend draaien:   brūəzə (Nieuwenhagen), beschimmelen:   broeze (Wijlre), gezegd van schimmelend vochthoudend eten zoals appelmoes  brôezə (Ubachsberg), briesen:   brusǝ (Thorn), bruzǝ (Maasniel), bruzǝn (Achel), brušǝ (Boorsem, ... ), bružǝ (Rothem), brū.sǝn (Achel, ... ), brū.šǝ (Dilsen, ... ), brūsǝ (Kessel, ... ), brūǝsǝ (Nederweert, ... ), geluid maken, gezegd van de kammen:   brūzǝ (Mechelen), gonzen:   brūzǝ (Waubach), opspelen:   broeze (Klimmen), optissen:   bru.sǝ (Weert), brusǝ (Maaseik), brušǝ (Asenray / Maalbroek), brūsǝ (Geistingen, ... ), brūšǝ (Beek), parelen:   broesche (Maasniel, ... ), broese (Montfort), broesje (Beek, ... ), broeze (Gulpen, ... ), broezen (Wijlre), broezə (Klimmen), broēze (Venray), broêze (Venlo), brōēsjə (Susteren), brōēze (Sevenum, ... ), brōēzə (Heerlen, ... ), brŏĕze (Venlo), bróuse (Opglabbeek), brówse (As, ... ), brôese (Tungelroy), br‧ūzə (Eys), br‧ūəsə (Neeroeteren), ravotten: Brouze: du. brausen en etymologisch = A.N. bruisen.  brouze (Maastricht), suizen van de oren: de oere zulle hem woel tuutte: hem doors tropen (?) buiten zijn aanwezigheid iets slecht van hem vertellen  t broes mich in n oet (Heerlen), warmlopen:   brūzǝ (Weert) I-9, II-3, II-6, III-1-1, III-1-4, III-2-3, III-3-2