e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
foppen bedriegen:   fóepe (Sint-Truiden), ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6  foppen (Peer), ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  foeppe (Kessenich), foeppen (Linkhout, ... ), foppe (Genk, ... ), foppen (Beverlo, ... ), ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a o meer de klank van oe  foppen (Kessenich), een list gebruiken:   foppe (Genk), geslachtsgemeenschap hebben:   foppe (Weert), Schertsend. cf. WNT s.v. "foppen"1) stoten, duwen  foepə (Loksbergen), jokken: Van Dale: foppen, 1. op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden, verschalken; -2. erin laten lopen, in een onaangename positie brengen.  foppə (Beesel), op de dril zetten (1 april):   foppe (Kesseleik), iemand foppe (Kesseleik), voor de gek houden:   ēmə fòpə (Bree), foeppë (Tongeren), foeppə (Montfort), foppe (Beek, ... ), foppen (Eigenbilzen, ... ), foppə (Beesel, ... ), foͅpə (Meeuwen), fuppə (Heers), fòppe (Zonhoven), fòppə (Hamont, ... ), fòppən (Lommel), fóepe (Sint-Truiden), fóppe (As, ... ), fóppə (Venlo), gefop (Vlodrop), ieme fouppen (Mechelen-aan-de-Maas), imant foͅpən (Overpelt), imət foppən (Neerpelt), imət fopə (Beverlo), īməŋd fopə (Lanklaar), ɛinə foͅpə (Rekem), wbd: katten: ps. omgespeld volgens Frings.  fopə (Zolder), i eͅtəm gəfup (Hasselt) III-1-4, III-2-2, III-3-1, III-3-2