e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
jensen kibbelen:   jènssə (Heel), kwellen:   jense (Beek), jensë (Lanklaar), jènse (As), lastig zijn:   jènse (As), overige beugeltermen: De bedoeling was om de ballen door n ring te stoten die in het midden van de biljart stond. Twee personen speelden ieder twee ballen, welke om en om werden gebruikt. Drie personen gebruikten ieder één bal of speelden twee tegen één; vier beugelaars gebruikten ieder één bal en speelden twee tegen twee. Er werd op toerbeurt gespeeld. De bal, aan de voorzijde door de ring spelen, of de bal van de tegenpartij met een eigen bal in de "grup"(goot) spelen leverde drie punten op. Een volledig spel eindigde bij 2 x 24 punten, of bij grote drukte, dan wel om de "herst"bij 30 punten. Um de herst spuuële: kavelen.  jênse (Weert), treiteren:   eeme jense (Niel-bij-As), eine jense (Rekem), ieme jeͅnse (Mechelen-aan-de-Maas), jense (Beek, ... ), jensen (Maaseik, ... ), jensë (Lanklaar, ... ), jènse (As), jènsə (Meeuwen), jénsen (Uikhoven), jénsə (Meeswijk), jênse (Altweert, ... ), den hiêlen daag zoate ze òs te jennen tot vèè het oppen door kòtsmeeg woare  jense (As, ... ), Doe mos diej kènjer neet zwao jense Diej jensers höbben hem opgejensd Det gejens woor ich meug  jense (Echt/Gebroek) III-1-4, III-3-1, III-3-2