e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
kiel [wambuisjas?]:   keel (Heerlen, ... ), kēēl (Pey), bakkershemd:   kēl (Kerkrade), kīl (Beverst, ... ), bakkersjas:   kiel (Sint-Truiden), kięl (Gronsveld), kēl (Brunssum, ... ), kīl (Melveren, ... ), boerenkiel:   kil (Meijel), kēl (Meijel, ... ), boezeroen:   keel (Blerick, ... ), keil (Einighausen, ... ), kejl (Lummen, ... ), kel (Mechelen-aan-de-Maas), kēl (Boorsem, ... ), kēyl (Rotem), kiel (Kermt, ... ), kil (Halen), kiəl (Diepenbeek), kīl (Tongeren), kīÒl (Martenslinde), kīəl (Opheers), Opm. ee = ee/ê.  keel (Sevenum), doordeweekse (werk)schort:   keel (Beek), jak:   keel (Heerlen), kiel (Zichen-Zussen-Bolder), laŋə kīl (Millen), jasschort:   kēl (Lanklaar), jongensblouse:   kiel (Bemelen), jurk:   an heure kiel ès veul langer es dei van mie (Zichen-Zussen-Bolder), ene blauwe kiejəl (Heers), kiel (Mal, ... ), kil (Rosmeer), zelden kleed  ene blauwe kiel (Zichen-Zussen-Bolder), kiel:   [kīl (Wintershoven), ke:l (Maastricht, ... ), keel (Afferden, ... ), keĕl (Maastricht), keil (Bocholtz, ... ), keiël (Hasselt, ... ), kejl (Zelem), kel (Borgharen, ... ), keêl (Weert), keël (Bunde, ... ), keəl (Hasselt, ... ), kēel (Stevensweert), kēēl (Blerick, ... ), kēil (Koersel), kēīl (Mechelen-aan-de-Maas), kēl (Boorsem, ... ), kēl~ (Achel), kēyl (Rotem), kēəl (Maaseik), kĕĕal (Banholt), kĕĕl (Meerssen, ... ), ki-iel (Duras), ki-jel (Heers), ki.l (Zonhoven), ki:l (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), ki:əl (Meldert), kieel (Lontzen), kiejĕl (Amby), kiejl (Venray), kiel (Alt-Hoeselt, ... ), kiele (Broeksittard), kieəl (Halen), kijl (Hoepertingen), kijəl (Veulen), kil (Beringen, ... ), kile (Gelinden), kiêl (Hechtel), kiəl (Eigenbilzen, ... ), kī:l (Tongeren), kīēl (Meerlo, ... ), kīēÒl (Schinveld), kīl (Beverlo, ... ), kīl- kējəlkə (Opglabbeek), kīÒl (Linkhout), kīəl (Beverst, ... ), kĭl (Boekt/Heikant), kjal (Mheer), kÒēl (Sint-Huibrechts-Lille), kéiəl (Lommel), kéj.el (Hasselt), kéél (Herten (bij Roermond), ... ), kîl (Diepenbeek), kēl (Haler, ... ), kē̜l (Heerlen, ... ), kīl (Helden, ... ), kɛil (Paal), kɛl (Lommel), (Boere)kiel.  keel (Venlo), (kiel: van een schip).  keel (Venlo), (kledingstuk).  keel (Epen), B.v. De boeren droegen vroeger ene blauwe kiel.  kiəl (Niel-bij-St.-Truiden), Bet. jasje.  kīl (Kwaadmechelen), bovenkleding  keel (Steyl), de keel wordt zelden meer gedragen. In de zomer -in de oogsttijd- trekken de boeren jas en vest uit en werken in hemd en broek. Bij kouder weer dragen de beoren een gebreide wollen trui over het vest. Deze trui heet: trikko  keel (Meerssen), Dit werd vroeger hier gedragen, dus 30 à 40 jaar geleden, tegenwoordig niet meer  ke:l (Sibbe/IJzeren), Kiel.  kēl (Sint-Huibrechts-Lille), kledingstuk  keel (Blitterswijck), kleeding  keel (Schinveld), Kleedingsstuk.  kīl (Berg), lang uitspreken  kēēl (Roermond), Meestal blauw van kleur.  keel (Herten (bij Roermond)), Mndl. keirle.  keel (Valkenburg), Ten oosten en noordoosten van Tongeren ook "kleed".  kīēl (Tongeren), werd vroeger wel gedragen en thans zeer weinig mer  keil (Einighausen), wig  kīēl (Schinveld), wordt tegenwoordig echter niet meer gebruikt, vroeger s Zondags een lange keel en bij het werk een korte keel  keel (Leunen), wordt thans hier niet meer gedragen  keel (Urmond), wordt weinig meer gedragen  keel (Beegden), kielgoot:   kē.l (Tongeren), kē̜.l (Banholt, ... ), kē̜l (Bilzen, ... ), kraagmantel:   kiel (Zolder), nachtjapon: Mnl. kedel.  kē:l (Meeswijk), vroeger  keel (Oirsbeek), pijl add.:   kiel (Heerlen), schilderskiel:   kēl (Kerkrade, ... ), kīl (Diepenbeek), voorschoot, schort (alg.):   kēil (Hasselt), wambuis:   keel (Bergen, ... ), keiəl (Lommel), keël (Mheer), kīēl (Oirlo), kīl (Tongeren), werkjasje:   kitǝl (Kerkrade), kēgǝl (Bree, ... ), kējǝl (Lommel), kēl (Achel, ... ), kīl (Wellen), werkkiel:   kīl (Bilzen), werkkleding:   kēl (Nieuwenhagen, ... ) II-1, II-11, II-12, II-4, II-9, III-1-3, III-3-2