| 25122 |
kraak |
donderslag:
enne kraak (Q203p Gulpen, ...
Q201p Wijlre),
ingə kraag (Q116p Simpelveld),
kraak (Q196p Mheer),
kroak (Q077p Hoeselt),
krààch (Q116p Simpelveld),
kráák (Q207p Epen),
ne kraak (Q032p Schinnen),
⁄ne kraak (Q102p Amby),
fruit, slechte kwaliteit:
krā.k (L360p Bree),
inplak [wld ii.10, p. 42]:
Vroeger waren er verwaande mensen die moesten kraak in hun schoenen hebben als van twee stukken overleer met de gladde kant tussen zool en binnenzool legt gaat dit krakken. Als een paar schoenen kraakten keek iedereen naar je voeten en zagen ze dat je een paar nieuwe schoenen aan had. De niet verwaande mensen zeiden dan dat ze hun schoenen niet betaald hadden.
kraak (Q018p Geulle),
straling:
krowk (L417p As),
tegenvaller:
kraak (L428p Born, ...
L371p Ophoven),
krak (Q095p Maastricht),
kraok (P047p Loksbergen),
krouk (P219p Jeuk)
I-7, II-7, III-1-3, III-3-1, III-4-4
|
|