e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 2

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
nek achterhoofd:   der nak (Klimmen), beitelborst:   nɛk (Dilsen), bovendeel van de rug:   bei vader op de nak zitte (Beegden), bi de pap oppe nek zitte (Obbicht), bie vaader in ge-nak zitte (Klimmen), bie vaader oppe nak zitte (Neeritter), bie vader oppe nak zitte (Baexem), bij vader oppe nak zitte (Meeswijk), bī vādər opə nak zetə (Kinrooi), en də naek zetə (Hamont), en də neͅk zetən (Hamont), en də näk zetən (Overpelt), ge mogt in mènne nek zitte (Hechtel), na.k (Moresnet), naek (Hamont), nak (Alken, ... ), nek (Eksel), neͅk (Hamont), näk (Overpelt), ob də nak zetə (Beverst), obən na.k drā:jə (Moresnet), obən na.k se.tə (Moresnet), op de nak zitte (Beegden), op də neͅk zetə (Zelem), oppe nak pakke (Baexem), oppe nek pakken (Eksel), oͅb də näk zetən (Overpelt), - "op de kraomenak zitten"verdwijnt t.v.v. op de nak zitten.  op de nak zitten (Geistingen), bie der pap op der kroomelenak zitte  nak (Ubachsberg), Hoger.  nak (Hoepertingen), op dr kroamelenak  dr nak (Kerkrade), op dr nak  nak (Ten-Esschen/Weustenrade), op vader zenne nak zitte  de nak (Oost-Maarland), hals:   nak (Tongeren, ... ), nek (Oirlo, ... ), neͅk (Koersel, ... ), nɛk (Achel, ... ), Niet onderscheiden van nek.  nak (Urmond), Ruwer  nak (Opgrimbie), hals [wld ii.7, p.86]:   nak (Herderen, ... ), nek (Achel, ... ), nák (Tongeren), nèk (Loksbergen), Achter.  nak (Eigenbilzen), Voor décolleté: t (h)àtsje, e devaoke (kanten inzetstukje in een décolleté. - nen tipnak (nen hals op nen tip aut (V-hals) - ne bootnak of -hals (ne vierkant(ig)e nak/hals) - nen (h)auge nak, ne stonden (h)als of nak, ne ronne nak (pêsserrond), ne kol marae of ne marine-kol.  nak (Bilzen), hals van de kleine spil:   nek (Venray), keel, strot:   neͅk (Rotem), strot wordt volgens de informant slechts weinig gebruikt.  neͅk (Peer), keelgat:   nek (Tegelen), nek:   na.k (Moresnet), naak (Gemmenich), nack (Vaals), naek (Lommel), nak (Amstenrade, ... ), nāēk (Hamont), nek (Achel, ... ), nĕk (Horst, ... ), neͅk (Achel, ... ), nàk (Bemelen, ... ), nák (Kinrooi, ... ), näk (Middelaar, ... ), nè:k (Arcen), nèk (Amby, ... ), nék (Zolder), nęk (Berverlo, ... ), nɛ.k (Achel), nɛk (As, ... ), sjtiéve nek (Herten (bij Roermond)), [Paragraaf: lichaam]  nak (Boorsem), B.v. Het achterste diel vannen hals is de nek.  nek (Peer), Mv. nek.  nak (Kinrooi), Niet onderscheiden van hals.  nek (Urmond), Ook nak.  nek (Alken), PLAATS: de informant geeft als kerkdorp Jeuk/Hasselbroek op.  nak (Jeuk), Vereenvoudigd fonetisch schrift. Een streepje boven een klank of tweeklank geeft de Limburgse sleeptoon aan.  nak (Kuringen), plaats waar men het varken of rund steekt om het te doden:   nak (Hasselt, ... ), nɛk (Blerick, ... ), staander:   nɛk (Meeuwen), wortelhals:   nek (Geulle), Endepols  nek (Maastricht, ... ), IPA, omgesp.  nɛk (Kwaadmechelen), oude spellingsysteem  nek (Meijel), WLD  nák (Heel, ... ) I-9, II-1, II-10, II-12, II-3, II-7, III-1-1, III-1-3, III-4-3