e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
smikken gispen, geselen:   schmikken (Born), sjmekə (Montzen), sjmikke (Haelen, ... ), sjmikken (Maasniel), sjmikkə (Heerlen, ... ), smikke (Boorsem, ... ), smikke(n) (Maaseik), [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  smikke (Boorsem, ... ), Met de zweep slaan.  smikke (Echt/Gebroek), Met een zweep.  sjmikke (Klimmen), NB: zweep = smik.  smikke (Maastricht, ... ), smik = zweep.  smikke (Ell), manier van vissen (smikken):   sjmikke (Roermond), smikke (Echt/Gebroek), Smikke: verwant met smijten; of onomatopee?  smikke (Maastricht), Wat de speciale manier betreft kan ik mededelen, dat dit vooral het vissen op avële (alvers) betrof. Bij dit vissen werd geen dobber gebruikt. Men trok n.l. een vlieg, als aas aan een klein "engelke"(vishaakje), over het oppervlak van het water heen. De "aevelkes", dit ziende, wilden de vlieg weghappen en zaten vastgehaakt.  sjmikke (Herten (bij Roermond)), met de zweep slaan of geluid geven:   smeken (Elen), smekǝ (Blitterswijck, ... ), šmekǝ (Bleijerheide, ... ), met een drijftol spelen: [Dit] was het draaiende houden van deze drijftol door middel van zweepslagen met "t sjmikske".  sjmikke (Herten (bij Roermond)) I-10, III-1-2, III-3-2