e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

Gevonden: 4185
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geitestal geitestal: gęi̯te[stal] (Achel) De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.] I-6
gek dwaas: dwaos (onnoozel, ook verwaand, en uitzinnig kwaad zijn) (Achel) dwaas". Uitspraak + betekenis [ZND 33 (1940)] III-1-4
geknield zitten knielen: knielen (Achel) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknotte wilg wilg: willeg (Achel, ... ) knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)] III-4-3
gekookte hersens hersens: Syst. Frings  hɛrsəs (Achel) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart {krsu#s}: kōrsuoͅs (Achel) gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar gekruld haar: gekruld hoar (Achel), krulhaar: krölhoͅər (Achel), krølhøər (Achel) gekruld haar [N 10 (1961)] || hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: gaeld (Achel), ge moet geld hebben om te kunnen betaolen (Achel), ge moet geld hemmen om kunnen te betaolen (Achel), gêêld (Achel), hiej is voader zijnen jas en moeder heur geld, vajder zijn koew en vaader zijnen hoond (Achel), moewder bij wiej moet ich geld heaulen (Achel), ps. omgespeld volgens IPA.  geͅlt (Achel) geld [RND], [ZND 44 (1946)] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)] III-3-1
gele lupine lupinebonen: lǝpinǝbǭnǝ (Achel), lupinen: lø`pīnǝ (Achel) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelezen mis gelezen mis: gelezen mis (Achel) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3