21622 |
honderd frank |
honderd frank:
100 frank (L282p Achel)
|
100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20614 |
honger hebben |
honger hebben:
hoŋər heͅmə (L282p Achel),
hoͅŋər heͅmən (L282p Achel)
|
honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
20623 |
hongerig |
hongerig:
hoŋərex (L282p Achel),
hoͅŋərex (L282p Achel)
|
hongerig [greeg] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
21043 |
honing |
honing:
hō.neŋ (L282p Achel),
hōneŋ (L282p Achel)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
28437 |
honingkamer, honingzolder |
honingzolder:
honingzolder (L282p Achel)
|
Bovenste ruimte in korf en kast waar de honing verzameld wordt. Bij korven kunnen afneembare stroringen of kleine opzetkastjes als honingkamer gebruikt worden, terwijl in de kasten bovenin ramen geplaatst worden voor de honingvergaring. Deze honingkamerramen zijn lager dan de broedkamerramen. Ook een tweede broedbak kan als honingkamer functioneren. [N 63, 10h; Ge 37, 22]
II-6
|
17570 |
hoofd |
kop:
koͅp (L282p Achel, ...
L282p Achel,
L282p Achel,
L282p Achel)
|
[N 10 (1961)]hoofd [N 10b (1961)]
III-1-1
|
17571 |
hoofd (spotnamen) |
bol:
bōͅl (L282p Achel),
kegel:
kegəl (L282p Achel),
knikker:
knekər (L282p Achel)
|
[N 10 (1961)]hoofd [N 10b (1961)]
III-1-1
|
23420 |
hoofdaltaar |
hoogaltaar:
hoegaltoar (L282p Achel)
|
Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
32771 |
hoofdbalken van de eg |
[eg]balken:
[eg]˱ba.lǝkǝn (L282p Achel)
|
De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.]
I-2
|
34638 |
hoofdbord |
kop:
kǫp (L282p Achel)
|
Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr]
I-13
|