e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klokrok circelrok: Wijde rok.  cirkelrok (Achel), klokrok: Wijde rok.  klokrok (Achel) Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3
klomp klomp: klomp (Achel, ... ), kloͅmp (Achel) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
klompschoen kopklomp: koͅpkloͅmpə (Achel) klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
kloosterorde orde: `n streng orde (Achel), `n strenge orde (Achel), order: `n streng order (Achel) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kloven kloven: klyəf (Achel) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
klucht klucht: klucht (Achel) een kort toneelstuk waarin een komisch geval uit het dagelijks leven op grappige wijze wordt behandeld [klucht, knod, stop, grauw] [N 112 (2006)] III-3-2
kluit ei: eijer (Achel) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1
kluizenaar kluizenaar: klijzeneir (Achel) Een man die in een eenzame woning afgezonderd leeft van de wereld, kluizenaar [(h)er(r)emiet]. [N 96D (1989)] III-3-3
kluizenaarswoning kluis: kluujs (Achel) De woning van zon kluizenaar [kloes]. [N 96D (1989)] III-3-3
knabbelen knabbelen: knabələn (Achel), knābələ (Achel) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3