23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
lèste oordieël (L282p Achel)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34581 |
ladderboom |
leerbalk:
liǝrba.lǝk (L282p Achel)
|
Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b]
I-13
|
19668 |
lade |
lade:
lāi̯ (L282p Achel),
looai (L282p Achel),
lade van de tafel:
loai van de toafəl (L282p Achel),
tafellade:
tafellade (L282p Achel),
tafəlaoi (L282p Achel),
tafelschuif:
tafelschuif (L282p Achel)
|
een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)] || lade van een tafel [ZND 37 (1941)], [ZND 39 (1942)]
III-2-1
|
27367 |
laden |
laden:
l˙ǭi̯ǝn (L282p Achel)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
27854 |
lading |
vracht:
vra.xt (L282p Achel)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
liəXsXuwŋ (L282p Achel)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33360 |
lage kachel voor de ketel met was of veevoer |
stoofje:
støfkǝ (L282p Achel)
|
De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.]
I-6
|
32447 |
lage klomp |
riemklomp:
rim[klomp] (L282p Achel)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
riemklomp:
rimkloͅmp (L282p Achel)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19769 |
laken |
laken:
laken (L282p Achel)
|
Effen of met keperbinding geweven wollen stof, die door volling zulk een dichtheid heeft verkregen, dat men van draden vrijwel niets kan zien, zodat de oppervlakte zich viltachtig voordoet. [N 62, 75f; N 59, 201; MW]
II-7
|