e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liberaal liberaal: des ne liberaal (Achel), hij is ne liberaal (Achel) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lijf: lif (Achel), līf (Achel) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht macht: maxt (Achel, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht gewrichtsnat: gəvrextsnoͅət (Achel) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtbonte koe lichtbont (bijvgl. nmw.): lextbǫnt (Achel) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichte nevel lichte mist: lichte mist (m.).  lIxtə mIst (Achel) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lichte overjas gabardine (fr.): gabərdin (Achel) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3
lid van een vereniging lid: e͂ lid van de verieniging (Achel), lid (Achel) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lidmaat, ledematen lidmaat, ledematen: ledmoͅət (Achel) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lies dun, de -: dønə (Achel), lies: liəs (Achel), līs (Achel), liezen: lisǝn (Achel), vang: va.ŋk (Achel) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] I-12, I-9, III-1-1