e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenboog regenboog: regenboog (m.)  rɛgənboͅx (Achel) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje buitje: buike (o.).  bøͅika (Achel) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas regenjas: regəjas (Achel, ... ) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenpijp goot: gōt (Achel), gōǝt (Achel) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenpijpen regenpijpen: rēgəpipə (Achel) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwolkje watermannetje: watermanneke (o.).  woͅətərmɛnəkə (Achel) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
reiken naar reiken naar: reͅikən (Achel) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
rekenen rekenen: rèkenen (Achel), è als in frère  rèkenen (Achel) rekenen [ZND 41 (1943)] III-3-1
relikwie relikwien: relekwieen (Achel) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
rente interest: ps. omgespeld volgens IPA.  eͅntreͅst (Achel) Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1