e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rustaltaar rustaltaar: rustaltaor (Achel) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
ruw gesprongen: gəsproŋə hān (Achel), schraal: schraol (Achel) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] || kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
ruw, hard ruw: d`es ne rouwe kèrel (Achel), des ne rowe kêrel (Achel) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruwe stenen zonnebakkers: zonǝbakǝr (Achel) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
ruzie maken ruzie maken: ze zien wer ent ruzie maken (Achel) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
sabbelen sabberen: sabərən (Achel), zabərə (Achel) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsdag sacramentsdag: sacrementsdaag (Achel) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sacramentsprocessie (Achel), sacrementsprocessie (Achel) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] || Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
sacristie sacristie: sakrestij (Achel) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salie senf (du.): zinnef (Achel) I-7