e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
soep soep: Syst. Frings  sup (Achel) Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel soepmarmiet: grote hoge soepketel voor bruiloften e.d.  sup˂bərmit (Achel) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepketeltje bidon: m.  bədoͅŋ (Achel) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepterrine: suptrin (Achel) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
sok sok: zoͅk (Achel) sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)] III-1-3
sokophouder jarretelle (fr.): šateͅls (Achel) sokophouder, band om de kuit [N 24 (1964)] III-1-3
soldaat soldaat: səldo.t (Achel) soldaat [RND] III-3-1
soldaatjes geharst brood: Syst. Frings  gəhoͅrst˂ bruu̯ət (Achel) Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
soldaten soldaten: səldo.ətən (Achel) soldaten [RND] III-3-1
solderen solderen: sǫldē̜rǝn (Achel) Twee of meer metalen delen door middel van soldeersel met elkaar verbinden. Het soldeersel is een metaal of een legering waarvan het smeltpunt lager ligt dan dat van de te verbinden metalen. Het wordt tijdens het solderen met behulp van een soldeerbout, een soldeerlamp, etc. verhit en vloeibaar gemaakt. De te verbinden vlakken worden vóór het solderen met een vloeimiddel gereinigd om het hechten van het soldeersel te vergemakkelijken en om oxidatie van het te solderen materiaal tegen te gaan. Zie ook het lemma "hardsolderen". [N 64, 28a; N 100, 19; L 7, 12; monogr.; N 33, 194 add.] II-11