25202 |
vorst, het vriezen |
vorst:
vorst (m.).
vørst (L282p Achel)
|
vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
29897 |
vorstpan |
noordboompan:
nǫrt˱buǝmpan (L282p Achel),
vorstpan:
vǫrstpan (L282p Achel)
|
Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8]
II-8
|
24397 |
vos |
vos:
vos (L282p Achel)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|
33811 |
vos, vospaard |
vos:
vǫ.s (L282p Achel)
|
Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j]
I-9
|
18279 |
vouw |
plooi:
ploei (L282p Achel)
|
Hoe noemt U: een plooi [N 62 (1973)]
III-1-3
|
21398 |
vreemde (man) |
vreemde, een ~:
vrimde (L282p Achel)
|
Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20294 |
vriend |
kameraad:
kameraiden (L282p Achel),
kaməro.t (L282p Achel)
|
vriend [RND] || vrienden [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
25203 |
vriesweer |
vriesweer:
vriesweer (o.).
vris wɛər (L282p Achel)
|
vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25200 |
vriezenx |
rijmen:
rijmen.
rimən (L282p Achel)
|
vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
23764 |
vrijdagavond |
vrijersavond:
vrijersaovet (L282p Achel)
|
De vrijdagavond. [N 96C (1989)]
III-3-3
|