e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrijdagskost vrijdagskost: vridigskost (Achel) Het vleesloze eten, een vleesloze maaltijd op een onthoudings-dag ("vrijdagskost"). [N 96D (1989)] III-3-3
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvrouw (Achel) vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis eerste mis: d`erste mis (Achel), də ərstə mis (Achel), urste mis (Achel) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Achel, ... ) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouw, vrouwspersoon vrouwlie: vruellie (Achel) vrouwen in collectieve zin genomen III-2-2
vrouwelijk geslachtsdeel kut: kut (Achel), Gemeen.  kut (Achel), pruim: Gewone woord.  proem (Achel), prut: Gewone woord.  prut (Achel) [N 10c (1995)] III-1-1
vrouwelijk jong van de geit jonge geit: joŋ gęi̯t (Achel) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaarsje: vɛrskǝn (Achel), vaarzenkalf: vɛ̄.rzǝ[kalf] (Achel) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen tweejaarling: twējōrleŋ (Achel) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: hęnǝkǝ (Achel) [N 19, 41a; monogr.] I-12