23419 |
communiekleed |
communiekleed:
communieklied (L282p Achel)
|
Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23904 |
communiepakje |
communiekleren (mv.):
communieklieër (L282p Achel)
|
Het communiepakje voor jongens [kómmelejoeënsantsoch, kómmenetseermantoer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24026 |
communieprentje |
communieprentje:
communieprintje (L282p Achel)
|
Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23655 |
communiezang |
communio (lat.):
communio (L282p Achel)
|
Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21224 |
compartiment |
compartiment (<fr.):
compartiment (L282p Achel)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
23664 |
completen |
lof na de vesper (lat.):
lof na de vesper (L282p Achel)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
compost:
kǫmpǫst (L282p Achel),
kort mest:
kǫrt [mest] (L282p Achel)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
23975 |
concubine |
bijzit:
bijzit (L282p Achel)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
conferentie (L282p Achel)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
consesratie (L282p Achel)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|