e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vals spelen foetelen: foedelen (Achel), B.v. Gi moet èrlek koarten, nè/nie foedelen!  foedələn (Achel), België en Nederland.  futələ (Achel) Foetelen: bedrog plegen, bedriegen. || Vals spelen. || vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] III-3-2
valse plooi valse plooi: valsǝ plūj (Achel) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsspeler luiszak: loewszak (Achel) iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] III-3-2
van de duivel bezeten van de duivel bezeten: van den duuvel bezêten (Achel) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
van de leg afraken van de leg af: van dǝ lęx af (Achel) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van een bepaald patroon voorzien gazé: gazē (Achel) Een bepaald patroon is niet één specifiek patroon, maar kan blijkens de opgaven variëren. [N 62, 74b; MW] II-7
van veren wisselen ruizelen: ryi̯zǝlǝn (Achel), røi̯zǝlǝ (Achel) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangplooi melkspiegel: mɛlkspigǝl (Achel) Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115] I-11
vanzelfsprekend natuurlijk: des naturlik (Achel), zeker: des zeker (Achel) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen (alg.) vaar: -  vaor (Achel) varen III-4-3