e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Achel

Overzicht

Gevonden: 4185
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doordeweekse kleren `s werkendaagse kleren: swerəkədāXsə klīər (Achel) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis `s werkendaagse mis: swerkendagse mis (Achel) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doorn, stekel doorns: dorəs (Achel) doornen [RND] III-4-3
doornenkroon doornenkroon: doornenkroeen (Achel) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3
doorschieter doorschieter: dōrsxitǝr (Achel) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
doorslaan litsen: litsen (Achel), lussen: lussen (Achel) Het aangeven van de lijnen met een dubbele draad of door middel van een doorslagsteek. [N 59, 51a; N 62, 6] II-7
dopeling dopeling: doeëpeling (Achel) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: doeëpen (Achel), ’t keindje doepen (Achel), insoppen: ensoͅpə (Achel), insoppen  ēͅnsoͅpən (Achel) Dopen. [N 96D (1989)] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten peulerwten: pōlēͅ.rtən (Achel), schaalerwten: sxōͅəlēͅ.rtən (Achel) [Goossens 1b (1960)] I-7
dorpsgenoot: specifiek achelaar: Acheleir (Achel) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1