e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontbijt koffiedrinken, het -: koffiedrinke (Afferden), morgenskoffie, de -: mergeskoffie (Afferden) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontlasting hebben schijten: schiete (Afferden), uit de boks gaan: uut de bóks gaon (Afferden) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1
onvruchtbare koe kween: kwēn (Afferden) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui donderbui: dŏŏnderbu (Afferden), schoer: schoer (Afferden, ... ) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] III-4-4
oog oog: oeg (Afferden) oog [SGV (1914)] III-1-1
oogkleppen ooglappen: ōxlɛp (Afferden), scheerlappen: sxęrlɛp (Afferden) Nagenoeg vierkante leren kleppen die ter hoogte van de ogen aan het hoofdstel vastgemaakt zijn. De oogkleppen dwingen het paard altijd voor zich uit te kijken, en voorkomen zo dat het naast zich iets zou bemerken dat het doet schrikken. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 28; monogr.] I-10
ooglid ooglid: ooglid (Afferden) oog: ooglid [N 10a (1961)] III-1-1
oogst -opbrengst bouwt: [bouwt] (Afferden) Oogst in de betekenis van "een goede oogst" of "de oogst staat er goed voor"; het tweede deel van deze laatste uitdrukking is ondergebracht in het volgende lemma. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen [oogst], [bouw] en [bouwt], zie het lemma ''oogst -werkzaamheden'' (4.1.2); de in dit lemma gedocumenteerde varianten van oogst komen daar ofwel in het geheel niet voor, ofwel (soms) als een wezenlijk andere variant. [N 15, 11; L 5, 29; L 39, 39; S 27; monogr.; add. uit N 15, 10 en12] I-4
oogst -werkzaamheden bouwt: bǫu̯t (Afferden) Het geheel van de werkzaamheden; het zelfstandig naamwoord. Zie ook Fsa, I, kaart 9. In vergelijking met N 15, 7 ("alle oogstwerkzaamheden te zamen") levert N 15, 8 ("graanoogst") in het geheel geen nieuw materiaal op; overal worden samenstellingen met graan (zie het lemma ''graan, koren'' 1.2.1) en van de opgave van N 15, 7 opgegeven. In het materiaal S 27 staan beide woorden oogst, eerst in de betekenis "het geheel van de werkzaamheden" en daarna in die van "opbrengst", onder elkaar en dat heeft waarschijnlijk suggestief gewerkt, vandaar de talrijke gelijkluidende antwoorden in het lemma ''oogst -opbrengst'' (4.1.3). Voor de behandeling van de varianten van het type oogst, vergelijk de toelichting bij het lemma ''oogsten'' (4.1.1). [N 15, 7 en 8; S 27; Wi 52; NE 3.V, 6g; monogr.; add. uit L 40, 8] I-4
ooievaar ooievaar: ooievaar (Afferden) ooievaar [SGV (1914)] III-4-1