17767 |
rug |
rug:
rug (L191p Afferden)
|
rug [SGV (1914)]
III-1-1
|
17640 |
ruggengraat |
rugstrang:
rugstraank (L191p Afferden)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
wervel:
wervel (L191p Afferden)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
33989 |
rugnet |
vliegennet:
[vliegennet] (L191p Afferden)
|
Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c]
I-10
|
33750 |
ruin |
ruin:
ryn (L191p Afferden)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
ruiten:
rüten oas (L191p Afferden)
|
Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)]
III-3-2
|
34024 |
rund |
rund:
rønt (L191p Afferden)
|
Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.]
I-11
|
24326 |
runderhorzel, horzel |
horzel:
horzel (L191p Afferden)
|
horzel [SGV (1914)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
roeps (L191p Afferden, ...
L191p Afferden)
|
rups [SGV (1914)]
III-4-2
|
17832 |
rusten |
rusten:
röste (L191p Afferden)
|
rusten [SGV (1914)]
III-1-2
|