e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slecht weer, hondenweer hondenweer: hóndewaer (Afferden) slecht weer [hondewaer] [N 07 (1961)] III-4-4
slechtgehumeurd (zijn) iemelijk: iemelijk (Afferden) gemelijk [SGV (1914)] III-1-4
slee slee: sleij (Afferden) slede [SGV (1914)] III-3-2
slenteren slenteren: slentere (Afferden), wapperen: wappere (Afferden) lopen: zonder doel rondlopen (over straat) [vendele, zwaddere, rakke] [N 10 (1961)] || slenteren(d lopen) [SGV (1914)] III-1-2
slepen slepen: sleipe (Afferden), slē̜i̯pǝ (Afferden) De in dit lemma bijeengebrachte termen betreffen het bewerken van de akker met een sleep, om de grond gelijk te trekken, aardkluiten te verbrijzelen of fijn zaad in de grond te werken, alsmede het slepen van weiland, om mestplakken en molshopen te verbreiden en/of gestrooide mest over de grasmat uit te strijken. Hoe de hieronder voorkomende vormen ''eg'' + ''eg'' en ''eggen'' + ''eggen'' verstaan moeten worden, is aangegeven in de lemmata ''eg'' en ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 81 + 85; N 11A, 173c + 180; S 33; L 6, 66; div.; monogr.] || slepen (ww) [SGV (1914)] I-2, III-1-2
slib, rivierbodem slib: slib (Afferden) slib [SGV (1914)] III-4-4
sliepuit sliepuit: sliep uut! (Afferden) uitsliepen: inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 07 (1961)] III-3-2
slim slim: slim (Afferden) schrander [SGV (1914)] III-1-4
slobkous gamasche: kamas (Afferden) slobkous [SGV (1914)] III-1-3
slokdarm gorgel: görgel (Afferden), slok: slok (Afferden) slokdarm [krop, gorgel] [N 10 (1961)] III-1-1