e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gerst gerst: garst (Afferden), gārst (Afferden) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsdelen (alg.) getuig: getuug (Afferden) geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1961)] III-1-1
geslachtsgemeenschap hebben batterijwacht hebben: batterij wacht hebbe (Afferden), naaien: nèèje (Afferden), neuken: nueke (Afferden), viool spelen: viool speule (Afferden) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsorgaan van de hengst als geheel gemacht: gǝmax (Afferden) [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
gesneden mannelijk varken berg: børx (Afferden), bø̜rx (Afferden) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
getatewaal geteutel: getottel (Afferden) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartel: gemertel (Afferden, ... ) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getuigen getuigen: getuge (Afferden) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis gevangenis: gevangenis (Afferden) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêve (Afferden) geven [SGV (1914)] III-1-2