e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenkoek suikerijkoek: bloem, gist, ei melk + gesneden cichoreistruiken  soͅəkərēͅkoͅək (Alken) pannenkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
pannenstrijker voegijzer: vūx˱ęǝzǝr (Alken) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang tang: taŋ (Alken) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel slof: soəfə (Alken) pantoffel [ZND 40 (1942)] III-1-3
paraplu paraplu: ich həb mɛnə paraplui in də staasə lóͅtə staan (Alken), nə paraply (Alken) paraplu [ZND 40 (1942)] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
parel paarlemoer: paarlemoer (Alken) Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅrə (Alken) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum parfum: parfum (Alken), reukwerk: ruekwerk (Alken) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] || Versiersel. Voorwerpen die tot versiering dienen [sier(sel), smeer, (op)smuk, opmaak, opschik, tooi] [N 114 (2002)] III-1-3
parochie parochie: `kerkelijke gemeente`  pərochə (Alken) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: posse vielt laet (Alken) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3