19418 |
poken |
keuteren:
kətərə (P120p Alken)
|
in de kachel poken [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|
21569 |
politie |
police (fr.):
də polis hətəm angəhagə (P120p Alken)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21437 |
politieagent |
police (fr.):
pɛles (P120p Alken)
|
Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (P120p Alken)
|
Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18292 |
polsmof |
mofje:
altijd meervoud
mujefkes (P120p Alken)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
pomǝ`lęi̯ (P120p Alken)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompen (P120p Alken)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooier (P120p Alken)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier]
III-2-2
|
19957 |
poort |
poort:
puǫ.t (P120p Alken)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pǫu̯t (P120p Alken
[(mv pou̯tǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|