e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rails rails (<eng.): rels (Alken) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar rammel: rammel (Alken), rijder: rēͅər (Alken) het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1, III-3-2
rammenas rammenas: rəmənas (Alken) [ZND 41 (1943)] I-7
ranzig garst: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  gaas (Alken) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3
rapen rapen: rǭ.pǝ (Alken) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
raten inkorten inkorten: enkǫtǝ (Alken) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw rauw: rōə vles (Alken) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten ravotsen: ràvotse (Alken) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen duwen: duwen (Alken) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
refrein refrein: refrēn (Alken) Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)] III-3-2