34117 |
scrotum |
beurs:
bǭ.s (P120p Alken)
|
Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b]
I-11
|
34522 |
seksen |
seksen:
sɛksǝ (P120p Alken)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|
20962 |
selderij |
selderie:
seͅ.ldəri (P120p Alken)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
19778 |
sering |
sint-jorisbloem:
2x
Sint-Jorisbloem (P120p Alken, ...
P120p Alken),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
sint jeurisbloem (P120p Alken)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
21256 |
servituut |
noodvaart:
noodvaət (P120p Alken)
|
Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
28694 |
sikkel |
zikkel:
zikǝl (P120p Alken),
zī.kǝl (P120p Alken)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
apəlsin (P120p Alken)
|
sinaasappel [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33981 |
singel |
singel:
seŋǝl (P120p Alken)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
22799 |
sint-maarten |
sinte-maarten:
sinte matte (P120p Alken)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sinte-pieter:
sentə pētər (P120p Alken)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|