e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiefdochter stiefdochter: stiefdochter (Alken) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefouders stiefouders: stiefouders (Alken) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: stiefzoon (Alken) De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)] III-2-2
stier duur: dȳi̯ǝr (Alken) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen krom: krom(p) (Alken) Stijf, van vingers en handen gezegd (scheef, krom, stram). [N 109 (2001)] III-1-2
stijgbeugels stijgbeugels: stiǝ.bø̄.gǝls (Alken) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stijve mortel te hard: tǝ ha ̝t (Alken) Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
stikken verstikken: verstikken (Alken) Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)] III-1-2
stilstaan hou: hǫu̯ (Alken), hou-ju: hǫu̯ jȳ (Alken) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stinken (Alken) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] III-1-1