21549 |
kletsen [onnozele praat vertellen] |
onnozele klap vertellen:
h(tm) vərtēlt oͅn"zələ klap (P120p Alken)
|
Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
33997 |
kletsoor |
klesoor:
klǝzǫu̯ǝr (P120p Alken)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
26570 |
kleurstof |
rood:
rő̜wǝt (P120p Alken)
|
Kleurstof die wordt gebruikt bij het rijen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛscherprijɛ. In dit lemma zijn de verschillende kleurstoffen bijeengeplaatst die door de molenaar worden gebruikt. Waterverf wordt toegepast, omdat dit weer gemakkelijk van de steen verwijderd kan worden. Op deze wijze vermijdt men problemen bij de volgende onderhoudsbeurt: alle verf moet dan verdwenen zijn. De term doodskop wordt in Q 88 gebruikt voor ø̄menieø̄.' [Coe 168 add.; Grof 202]
II-3
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleujr (P120p Alken, ...
P120p Alken),
kleur (P120p Alken, ...
P120p Alken)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
18065 |
klierziekte |
gezwollen klieren:
gezwollen klieren (P120p Alken)
|
hoe heet de klierziekte die gezwellen in de hals veroorzaakt, die dan soms opengaan ? [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
17893 |
klieven |
klieven:
klieven (P120p Alken)
|
Vaneen scheiden (klieven, kloven, splijten, splitsen, (scheiden))\\ [N 108 (2001)]
III-1-2
|
24581 |
klimop |
klimop:
-
klimop (P120p Alken)
|
klimop [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
17736 |
klinken |
klinken:
klinken (P120p Alken)
|
Klinken: een goed hoorbaar, luid of helder geluid voortbrengen (klinken, luiden, klabetteren, klawettern) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
18230 |
klomp |
klonk:
kloenkə (P120p Alken),
kluŋk (P120p Alken)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)]
II-12, III-1-3
|
23280 |
kloosterorde |
orde:
ən streŋ ordə (P120p Alken)
|
Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|