24945 |
marmer |
marmer:
mermer (P120p Alken, ...
P120p Alken)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
22440 |
masker |
mondbakkes:
mondbakkes (P120p Alken)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
32983 |
masteluin |
masteluin:
mastǝlɛi̯n (P120p Alken)
|
Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26]
I-4
|
33044 |
mathaak |
zichthaak:
[zicht]hōǫk (P120p Alken)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
22491 |
matsen |
beteenzijn:
Bijeen zijn.
beteeèn zen (P120p Alken)
|
in het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjónéés (P120p Alken)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
18129 |
mazelen |
mazeren:
maəzərə (P120p Alken),
moazere (P120p Alken)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
18235 |
medaillon |
medaille:
ən goo mədail (P120p Alken)
|
een gouden medaille [ZND 38 (1942)]
III-1-3
|
18855 |
medelijden |
compassie:
compassie (P120p Alken)
|
medelijden [ZND 33 (1940)]
III-1-4
|
18161 |
medicijn |
medicament:
medicamenten (P120p Alken),
pil:
pillen (P120p Alken)
|
Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)]
III-1-2
|