34362 |
varkens fokken |
fokken:
fǫkǝ (L318d Altweert),
telen:
tø̄lǝ (L318d Altweert)
|
Zich toeleggen op de teelt van varkens. [N 76, 37b; monogr.]
I-12
|
34363 |
varkens mesten |
masten:
mastǝ (L318d Altweert)
|
Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
24887 |
varkensgras |
varkensgras:
vêrkesgraâs (L318d Altweert)
|
varkensgras
III-4-3
|
34353 |
varkenspest |
varkenspest:
varkenspest (L318d Altweert)
|
De klassieke varkenspest. Een zeer gevaarlijke en zeer besmettelijke ziekte die veoorzaakt wordt door een virus dat huid, organen en vooral de tonsillen aantast. [N 76, 56; N 76, 53]
I-12
|
34372 |
varkenssnijder |
castreur:
kastrø̄r (L318d Altweert)
|
Persoon die varkens castreert. Deed aanvankelijk de boer zelf of de biggenhandelaar dit castreren, later werd hiervoor de veearts ingeschakeld. [N 76, 45; JG 1a; monogr.]
I-12
|
33393 |
varkenstrog |
trog:
truǝx (L318d Altweert)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. Het lemma ''varkenstrog'' is behandeld in wld I.6 (2.4.3). Hier worden enkele aanvullende gegevens vermeld. [N 18, 31; monogr.]
I-12
|
33396 |
varkenswei |
uitloop:
utlø̜i̯p (L318d Altweert),
varkenswei:
vɛrkǝs˱węi̯ (L318d Altweert)
|
De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e]
I-6
|
32411 |
varshaak |
varshaak:
varshǭk (L318d Altweert)
|
Gereedschap dat dient om aan de binnenkant van de klomp de hak en de hakbodem glad te maken. Het snijdende gedeelte van de varshaak is enkele centimeters breed, is aan beide zijden aangescherpt en in een cirkel rondgebogen. Soms heeft het ook heeft de vorm van een van boven platgedrukt vraagteken. Het houten handvat van de haak is ongeveer 30 cm lang. Zie ook afb. 247. [N 97, 23; A 29a, 9; Bakeman 9; monogr.]
II-12
|
34366 |
vast varkensvoer |
droogbak:
drȳxbak (L318d Altweert),
droogvoer:
drȳxvōr (L318d Altweert)
|
[N 76, 39; monogr.]
I-12
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
mest:
męst (L318d Altweert),
stront:
strōnt (L318d Altweert)
|
[N 76, 35; A 9, 24d]
I-12
|