e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haring haring: Met asgoonzig ésj hieëringbiête inne kefees: met aswoensdag worden in de café¯s haringen met roggebrood gegeten Hieëringe zwummen inne zieë Verklw. hieueringske  hieëring (Altweert) haring III-2-3
hartig hartelijk: aane aoventj e stök kieës és hertelik Al di-j vlaaj deut ¯ne mins goot, mer nôw gaon ve wat herteliks aete, waor Truj: vlaai is heerlijk, maar nu gaan we wat hartigs eten, nietwaar Truus  hertelik (Altweert) hartig III-2-3
hazelaar hazelstruik: haazelstroêk (Altweert) hazelaar III-4-3
hazelnoot hazelnoot: haazelnoeët (Altweert) hazelnoot III-4-3
hazenleger hazenkot: haazekoêt (Altweert) leger ve haas III-4-2
hazenpad, wissel van een haas sluipje: vast pad van haas of konijn, daar zetten de stropers de strikken  slöpke (Altweert) wissel ve haas III-4-2
heermoes kattenstaart: equisetum  kattestert (Altweert) paardestaart III-4-3
heggenmus blauwververtje: blawvêrverke (Altweert), hoffluiter: ook: tuinfluiter  hoeëffluiter (Altweert), ruimertje: rieëmerke (Altweert) heggemus III-4-1
hekel reep: rē̜p (Altweert) Bord of plankje waarop meerdere rijen spits toelopende, loodrecht staande tanden geplaatst zijn. Hierdoor wordt het gezwingelde vlas vooral met het topeinde doorheen getrokken om de bast te splijten, scheven en korte vezels te verwijderen en de lange vezels recht te trekken. Volgens Van Iersel (pag. 4) is de hekel een plank ter lengte van ongeveer één meter en breed ongeveer een halve, later met 130 √† 135 ijzeren pinnen ter lengte van een dertig cm. Zie afb. 70. [N 48, 19a; monogr.] II-7
helemaal, geheel en al gaaruit: gaâroet (Altweert), hartstikke: herstikke (Altweert), helegaar: hieëlegaar (Altweert), helemaal: hieëlemaol (Altweert), kaal: kaal (Altweert), moedermins (alleen): (zo wordt het ook genoemd).  moormins (Altweert), moederzielig (alleen): (in: moorzieëlig allein (helemaal alleen).  moorzieëlig (Altweert), ram: ram (Altweert), rats: rats (Altweert) helemaal, geheel en al III-4-4