e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mandenmakersschaar korfscheer: kǫrǝfsxīǝr (Altweert) Schaar waarmee de mandenmaker de wissen op maat knipt en de uiteinden van de bodemstekken afknipt. Zie ook afb. 267. [N 40, 41; monogr.] II-12
mangel, wringer mangel: ma.ŋəl (Altweert) mangel III-2-1
mannelijk schaap bok: bok (Altweert) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke eend wielder: wildǝr (Altweert), wieler: wieler (Altweert) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]woerd, mannetjeseend I-12, III-4-1
mannelijke gans gant: gaantj (Altweert) gent, mannetjesgans III-4-1
mannelijke kat, kater dakhaas: dā.khās (Altweert), kater: kaater (Altweert), kātər (Altweert) kater III-2-1
maretak heksenbessem: in kerse- en berkebomen  heksebieësem (Altweert) heksenbezem, woekering III-4-3
margarine margarine: megrien (Altweert) margarine III-2-3
margriet sleutelbloem: sluuëtelbloom (Altweert) margriet III-4-3
marmiet, koperen ketel marmiet: marmi.t (Altweert) koperen ketel III-2-1