e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laurierboompje laurier: loureer (Altweerterheide) laurier III-2-1
leegloper leegloper: lieëgluiper (Altweerterheide) werkschuw persoon III-1-4
leeuwenbek gaaplepel: gaaplieëpel (Altweerterheide) leeuwebekje III-4-3
leidekker leiendekker: lɛjǝndękǝr (Altweerterheide) De man die daken van huizen, kerken en torens met leien dekt. Zie ook het lemma 'Daklei'. [N 64, 137e; N 30, 3e; monogr.; div.] II-9
lelie (lilium) doodsbloem: doeëtsbloom (Altweerterheide) witte lelie III-2-1
lente, voorjaar lente: (meervoud: lîntjes).  lîntje (Altweerterheide) voorjaar, lente III-4-4
lepel lepel: liəpəl (Altweerterheide) lepel III-2-1
leunstoel leunstoel: lø͂ͅnstōl (Altweerterheide) leunstoel III-2-1
leven (zn.) leven: zn  laeve (Altweerterheide) leven III-2-2
libel en waterjuffer poppenschreur: póppeschruuër (Altweerterheide) libel, beekjuffer III-4-2