id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18930 | prutswerk | hoddelgewerk: hoddelgewêrrek (Altweerterheide), hoddelwerk: hoddelwêrrek (Altweerterheide) | knoeiwerk III-1-4 |
20311 | puber | aankomend maagdje: aankaomentj maechtje (Altweerterheide) | puber (vr.) III-2-2 |
20651 | pudding | pudding: pölling (Altweerterheide), Verklw. pödingske pödding (Altweerterheide) | pudding III-2-3 |
24227 | putter | distelvink: distelvînk (Altweerterheide), heiputtertje: hejpötterke (Altweerterheide), puttertje: pötterke (Altweerterheide) | distelvink || putter III-4-1 |
27904 | raam | raam: rām (Altweerterheide [(+)] ), venster: ve.nstǝr (Altweerterheide [(+)] ) | Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9 |
33575 | raapstelen | kelen: mv. keêle (Altweerterheide) | raapstelen I-7 |
20801 | raapstelenstamppot | kelenmoes: keelemoos (Altweerterheide) | stamppot van raapstelen III-2-3 |
19057 | raar, vreemd | aardig: aarig (Altweerterheide), vreemd: vrieëmtj (Altweerterheide) | eigenaardig, vreemd, mooi, leuk, sympathiek || vreemd III-1-4 |
33576 | rabarber | rabarber: rebârber (Altweerterheide) | rabarber I-7 |
33577 | radijs | radijs: rediês (Altweerterheide) | radijs I-7 |