e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleingeld kleingeld: kleigeld (Amby), kleigɛlt (Amby) kleingeld [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-3-1
kleinkinderen kindskind: kinskind (Amby), kindskinder: kinskinder (Amby), kleinkind: kleikeend (Amby), kleikint (Amby), kleinkeent (Amby), kleinkinder: kleinkinder (Amby) kleinkind [ZND 11 (1925)] || kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] || kleinkinderen [ZND m] III-2-2
kleinste dier van het nest kruppel: kröppel (Amby) Hoe noemt u het kleinste, jongste, zwakste dier van een nest [N 83 (1981)] III-4-2
kleinzoon kleinkind: kleikeend (Amby), kleinzoon: kleinzoon (Amby, ... ), kleinzóón (Amby) kleinzoon [DC 05 (1937)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
klepel klep: klep (Amby), klepel: klèpel (Amby) klepel [SGV (1914)] || Klepel. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kletsen wauwelen: Van Dale: wauwelen, 1. 1. (inform.) kletsen, vervelend praten; -2. (gew.) kauwen, knabbelen; -3. (gew.) treuzelen, leuteren.  wauwele (Amby) praten over dingen van weinig belang [zwetsen, kletsen, snateren, klappen, snabbelen, wauwelen, teuten, kebbelen] [N 87 (1981)] III-3-1
kletsen [snateren] snateren: schnateren (Amby) snateren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zeveren] zeveren: zeiveren (Amby) zeveren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zwetsen] zwetsen: Van Dale: zwetsen, luidruchtig en onbedachtzaam spreken, m.n. grootspreken, snoeven.  schwetse (Amby) zwetsen [SGV (1914)] III-3-1
kletsoor klatsool: klatšūl (Amby) Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14] I-10