24192 |
koolmees, mees |
bijmees:
biemeis (Q102p Amby),
biemijs (Q102p Amby),
bijmusje:
biemuiske (Q102p Amby),
mees:
mies (Q102p Amby),
meesje:
mieske (Q102p Amby),
schiet-in-t-vuur:
schiet in t vuur (Q102p Amby)
|
Hoe heet de koolmees? [DC 06 (1938)] || mees [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-4-1
|
21016 |
koolraap |
dikke koolraap:
dikke koolraap (Q102p Amby),
koolraap:
koolraap (Q102p Amby),
koolraap boven de grond:
koolraap boven de grond (Q102p Amby)
|
De koolsoort die aan de stronk vlak boven de grond ronde raapvormigeknollen heeft die eetbaar zijn (raapkool, koolrabie, koolraap, bagger, knolraap). [N 82 (1981)] || Koolraap; de dikke vlezige wortel (onder de grond) van de plant met dezelfde naam die als groente of als veevoer wordt gebruikt (koolraap, raapkool, knolraap). [N 82 (1981)]
I-7
|
33233 |
koolraap (ondergronds) |
koolraab:
(mv)
kolrābǝ (Q102p Amby),
raapkolen:
rāpkȳl (Q102p Amby)
|
Brassica napus L. subsp. rapifera. Bedoeld is hier de gekweekte knol van de plant met de naam koolzaad. De plant heeft gele bloemen; het vlees van de knol is oranjekleurig; bij sommige variëteiten ook wit. Koolraap stelt minder eisen aan de grond dan bieten. De verbouw is vrij algemeen in Limburg verspreid. De knollen worden vooral als veevoeder gebruikt en dan ingekuild; soms ook werden ze als groente gegeten. Er zijn twee soorten teelt: -onder de grond (hier behandeld); ook wel gewestelijk raapkool of knolraap genoemd of kortweg knol; -boven de grond; ook wel koolraap-boven-de-grond, glaskoolraap of koolrabi genoemd. Vaak is een meervoudsvorm opgegeven naast of in plaats van het enkelvoud; dit is steeds in het lemma aangegeven. Op grond van de laatste medeklinker in deze meervoudsvormen kan als slotmedeklinker van de enkelvoudsvormen eerder een verstemloosde -b dan een -p worden aangehouden. Op een enkel duidelijk tegenvoorbeeld na (meervoud koolrapen) is hier dan ook de spelling -raab aangehouden, in overeenstemming met de spelling -reub. Wanneer is opgegeven dat het woordaccent op de tweede lettergreep ligt is ook dat in het lemma vermeld. Vergelijk ook het lemma Koolzaad. [N 12, 39; N 12A, 3a; JG 1a, 1b, 2c; L 6, 36; monogr.; add. uit N 7, 1b]
I-5
|
33234 |
koolrabi, koolraap-boven-de-grond |
koolraab:
[koolraab] (Q102p Amby)
|
Brassica oleracea L. var. gongylodes L. Zie de toelichting bij het lemma Koolraap (Ondergronds). Koolrabi wordt als groente gekweekt. Het komt vaak voor dat de koolraap-boven-de-grond dezelfde naam draagt als de koolraap-onder-de-grond van het vorige lemma. Deze gevallen staan steeds voorop; voor de fonetische documentatie ervan zij verwezen naar de betreffende heteroniem uit het genoemde lemma Koolraap. Voor de spelling (-)raab, zie de toelichting bij het lemma Koolraap. [N 12A, 3b; monogr.; add. uit N 7, 16]
I-5
|
24393 |
koolwitje |
koolwitje:
koolwitje (Q102p Amby)
|
koolwitje [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
21499 |
kooppenning |
godsalder:
WNT: heller - vaak, in jonger vorm, helder -, Mhd., nhd., mnl. heller. Oorspronkelijk eene Duitsche munt, benoemd naar Hall in Zwaben (verg. daalder de waarde was die van 1/2 of ongeveer 1/3 penning.
goudsalder (Q102p Amby)
|
het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21400 |
koopwaar |
waar:
gooi waar (Q102p Amby)
|
waar (goede ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
23216 |
koor |
koor:
keur (Q102p Amby),
koir (Q102p Amby)
|
koor [SGV (1914)] || Koor. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
ko:rts (Q102p Amby),
koors (Q102p Amby),
koorts (Q102p Amby)
|
koorts [RND], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
21411 |
kopen |
kopen:
koupen (Q102p Amby)
|
koopen [SGV (1914)]
III-3-1
|