e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maantje op de nagel riem: reem (Amby) maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)] III-1-1
maanx maan: moan (Amby, ... ) maan [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 30 (1939)] III-4-4
maat, algemeen maat: maot (Amby) de eenheid waarmee lengten, inhouden etc. worden gemeten, in het algemeen [maat, pegel] [N 91 (1982)] III-4-4
madeliefje meizoetje: męi̯zø̜i̯tšǝ (Amby), -  meizuitsche (Amby) Bellis perennis L. Een zeer algemeen voorkomend plantje met losse witte bloempjes, die aan de uiteinden paarsrood kunnen aanlopen, met een geel hartje. Het komt voor in weilanden, op gazons en in bermen en bloeit bijna het hele jaar door, vooral van april tot september. Het varieert in hoogte van 5 tot 15 cm en wordt ook vaak meizoentje genoemd. Door de onzekere etymologie van het woord meizoentje, waarin mei- oorspronkelijk vermoedelijk eerder "weide" dan "mei(maand)" betekent, met zijn vele (volksetymologische) vervormingen, is de onderverdeling van de verschillende typen zeer globaal gehouden. Invoeging van -l- (en -r-) komt voor onder meibloempje en meizoetje; de betrokken varianten staan telkens achteraan in de behandeling van de woordtypen; molenzoetje is echter apart gehouden. [A 17, 1a; A 49B, 1a; L 40, 81; monogr.] || madeliefje [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
mager mager: mager (Amby) mager; Hoe noemt U: Mager, niet vet, gezegd van voedsel (schraal, schrekel) [N 80 (1980)] III-2-3
mager worden afvallen: āāfvalle (Amby) Mager worden: in omvang en gewicht afnemen (afslekkeren, krimpen, slinken). [N 84 (1981)] III-1-1
maken maken: make (Amby) maken [DC 02 (1932)] III-1-4
mals, gezegd van boter week: wēīk (Amby), zacht: zach (Amby) mals, goed smeerbaar, gezegd van boter (plat) [N 91 (1982)] III-2-3
man man: de man is aait (Amby), dè maan (Amby), ma:n (Amby), man (Amby, ... ) die man [ZND 01 (1922)] || man [RND], [RND], [SGV (1914)], [ZND 11 (1925)] || Man. Die man is oud. [ZND 05 (1924)] III-3-1
man, manspersoon man: maan (Amby) man. (Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot?) [DC 05 (1937)] III-2-2