20573 |
middagmaal |
eten:
eete (Q102p Amby),
middag, de -:
middég (Q102p Amby),
middageten:
s middags
middageete (Q102p Amby)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: ca. 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
koning:
keuning (Q102p Amby)
|
De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17668 |
middelvinger |
lange vinger:
lange vinger (Q102p Amby),
middelvinger:
middelvinger (Q102p Amby)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17690 |
middenrif |
middenrif:
midderif (Q102p Amby)
|
Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24352 |
mier |
aamzeik:
ook in ZND 08, 152a
aomzeik (Q102p Amby)
|
mier [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
33555 |
mierikswortel |
mierikswortel:
mierikswortel (Q102p Amby)
|
De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)]
I-7
|
21745 |
mikken |
mikken:
mikke (Q102p Amby),
mîkə (Q102p Amby),
richten:
richte (Q102p Amby)
|
lonken (mikken) [RND] || scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
millimeter:
millemeiter (Q102p Amby)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20285 |
min, voedster |
min:
min (Q102p Amby)
|
voedster; een vrouw die een kind van een andere vrouw zoogt [min, voedster] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19360 |
minachten; minachtend |
minachten:
minachte (Q102p Amby)
|
blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|