e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
noten afslaan noten slaan: neut schloon (Amby) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notendop schaal: schaal (Amby) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notule (Amby) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
nutteloze arbeid verrichten tijd verknoeien: tīēd verknōēie (Amby) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] III-1-4
obstakel ongerief: oongereef (Amby) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: mörrege (Amby), ochtend: vreug (Amby) s morgens) [N 91 (1982)], [SGV (1914)] III-4-4
oever kant: kaant (Amby), kant (Amby, ... ), kánt (Amby), Opm. v.d. invuller: de a is dof en lang.  kant (Amby), oever: oevĕr (Amby), oover (Amby) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] || oeverhelling [SGV (1914)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes momentje: e momintsje (Amby), ogenblikje: aogenblikske (Amby), augənblikske (Amby), ougenblikske (Amby), tijdje: tiedsche (Amby) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || een ogenblikje [ZND 04 (1924)] || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Amby), noot (Amby), paardsnoot: -  peirschnoot (Amby, ... ) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot [DC 17 (1949)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal oksaal: ne sjoane oksaal mit ne neuien erleger (Amby) Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)] III-3-3