e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
os os: øs (Amby), ø̜s (Amby), ǫs (Amby), ǫsǝ (Amby) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
otter otter: otter (Amby, ... ), visotter: visotter (Amby) otter [DC 07 (1939)] III-4-2
oud, bejaard bejaard: bejaord (Amby), oud: aait (Amby), ze moder ajt  ajt (Amby) bejaard [SGV (1914)] || oud: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] || oud; de man is oud [ZND 05 (1924)] III-2-2
oud, versleten paard oud paard: āt pērt (Amby) Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.] I-9
oude man oude man: de gooien auwe maan is mèt ⁄t peerd door ⁄t ies gezak (Amby), innen auwe man (Amby) De goede oude man is met het paard door t ijs gebroken en in het koud water gevallen (gebroken of gezakt?) [ZND 04 (1924)] || oude [een ~ man] [SGV (1914)] III-3-1
oude vrouw oude vrouw: aw vrouw (Amby, ... ) een oude vrouw [ZND 05 (1924)] III-2-2, III-3-1
oudejaarsdag oudejaarsdag: awwejaorsjdaag (Amby) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
ouderlijk huis vadershuis: znd 11, C8  vadərshŏĕs (Amby) vaderlijk huis [ZND 11 (1925)] III-2-2
ouders ouders: awwersch (Amby, ... ), awərs (Amby), ouers (Amby), ja  aawərs (Amby) ouders [SGV (1914)], [ZND 11 (1925)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: auwerwets (Amby), awerwètsch (Amby) ouderwets [SGV (1914)] || Ouderwets. [ZND 05 (1924)] III-1-3