33568 |
peterselie |
peterselje:
pitərsiljə (Q102p Amby)
|
[ZND 05 (1924)]
I-7
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
petròl (Q102p Amby)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33569 |
peulerwten |
peulen:
peule (Q102p Amby)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen afhalen:
boene aafhoale (Q102p Amby),
ranken:
rengen (Q102p Amby)
|
bonen afhalen [ZND 01 (1922)] || boonen afhalen [SGV (1914)]
III-2-3
|
20572 |
peuzelen |
peuzelen:
peuzele (Q102p Amby)
|
peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18806 |
piekeren |
nadenken:
naodinke (Q102p Amby),
prakkiseren:
prakkezere (Q102p Amby)
|
denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)] || over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17991 |
pijn |
pijn:
pein (Q102p Amby),
pi(j)n (Q102p Amby),
pijn (Q102p Amby),
pin (Q102p Amby),
pɛ.in (Q102p Amby)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND], [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
24225 |
pimpelmees |
bijmeesje:
biemuiske (Q102p Amby),
blauwkopje:
blawköpke (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
meesje:
mieske (Q102p Amby)
|
Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
17670 |
pink |
pink:
peenk (Q102p Amby)
|
Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24881 |
pinksterbloem |
pinksterbloem:
peŋkstǝrblomt (Q102p Amby),
-
pinksterblom (Q102p Amby)
|
Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|