21722 |
proces |
proces (<lat.):
persches (Q102p Amby)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
proces (<fr./lat.):
persches (Q102p Amby),
proces-verbaal:
geer krieg e proces-verbal (Q102p Amby)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] || Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
processe (Q102p Amby)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (Q102p Amby, ...
Q102p Amby,
Q102p Amby)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profitere (Q102p Amby)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
opgedirkt:
opgedirrik (Q102p Amby),
pronken:
pronke (Q102p Amby),
pronken (Q102p Amby)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploem, pluimke (Q102p Amby)
|
Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klin.ke (Q102p Amby)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (Q102p Amby)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
22310 |
proppenschieter |
klapbus:
n klapbùs (Q102p Amby)
|
Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|