33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
reng (Q102p Amby)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
20515 |
ranzig |
gats:
gats (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
gats (Q102p Amby)
|
garstig [ZND 23 (1937)] || garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (Q102p Amby)
|
rasp [SGV (1914)]
III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspelen:
raspele (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
raspen:
raspe (Q102p Amby)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
24711 |
ratelpopulier |
canadas:
cannedas (Q102p Amby)
|
De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20529 |
rauw |
rauw:
rauw (Q102p Amby)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
rulsen:
rölse (Q102p Amby),
worstelen:
worsjtele (Q102p Amby)
|
stoeien [SGV (1914)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raoze (Q102p Amby)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
colrig (<fr.):
koleirich (Q102p Amby)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|