e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderhorzel, horzel horzel: hoorschel (Amby, ... ), hooršel (Amby), ook ZND 1u, 30  hoorsjel (Amby) daas, paardenvlieg [ZND 01 (1922)] || horzel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)] III-4-2
runderhorzellarve worm: wormen (Amby) runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
rups rups: roepsch (Amby), röpsch (Amby, ... ) rups [SGV (1914)], [ZND 06 (1924)] III-4-2
rusten rusten: röste (Amby), rùsten (Amby) rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
rusthuis oudemannenhuis: autmannehōēs (Amby) een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)] III-3-1
ruw winterhanden: wēēnterhan (Amby) Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard ruw: roe (Amby), rōōw (Amby) ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruw, ruig ruw: roe (Amby), roew (Amby) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
ruzie ruzing: ruizing (Amby) een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)] III-3-1
ruzie maken ruzing maken: ruizing make (Amby) ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)] III-3-1