e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
salamander salamander: salamander (Amby, ... ), sallemander (Amby, ... ) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
samenspannen konkelen: Van Dale: konkelen, 2. kwaadspreken; koffiepraatjes houden.  met iemes konkelen (Amby), onder een deken liggen: onder éin dèkke ligge (Amby) heulen (met iemand -) [ZND 01 (1922)] || heulen (met iemand) [SGV (1914)] III-3-1
sap in planten sap: saap (Amby) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: saap (Amby, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
sappig sappig: kwebs = niet gaar  sapig (Amby) sappig [DC 26 (1954)] III-2-3
saus saus: sáájz (Amby) saus [RND] III-2-3
savooiekool schelk: schellek (Amby) De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] I-7
scapulier scapulier: sjabbeleer (Amby) Schapulier. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schaaf schaaf: šāf (Amby) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12
schaal schaal: schaal (Amby) schaal [SGV (1914)] III-2-1