21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
keertsche (Q102p Amby)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19270 |
verwaarlozen |
verwaarlozen:
verwaarloze (Q102p Amby)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18815 |
verwachting |
verwachten:
verwachte (Q102p Amby)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20171 |
verwantschap |
familie zijn:
femīēle zeen vaan.... (Q102p Amby)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
schtoke (Q102p Amby)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
24497 |
verwelken |
verslakken:
verschlakke (Q102p Amby)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakt:
verschlak (Q102p Amby)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven:
bedoreve (Q102p Amby),
bedorven kindje:
bedorve kinneke (Q102p Amby),
verwend:
verwint (Q102p Amby)
|
bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)] || een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verweensche (Q102p Amby),
verwinsche (Q102p Amby)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
vraag:
vraog (Q102p Amby)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|